Het Nationaal Archief is het "geheugen van Nederland" en bevat zo'n 140 kilometer aan papieren archieven. Een deel daarvan is gedigitaliseerd en toegankelijk via de website, maar het grootste deel is nu nog alleen fysiek te raadplegen. Met de nieuwste technieken is het mogelijk om steeds meer en steeds sneller te digitaliseren, maar met die mogelijkheden neemt ook de hoeveelheid resultaten die bezoekers krijgen te zien met een veelvoud toe. De website, en vooral de interactie, moet daarop voorbereid zijn.
De opdracht vanuit het Nationaal Archief is tweeledig:
1. De website voorbereiden op het doorzoeken van grote hoeveelheden gedigitaliseerde archieven
2. Een applicatie voorbereiden waarmee studiezaalbezoekers materiaal kunnen inzien in de studiezaal waarvoor alleen zij toestemming hebben gekregen.
Alle archieven digitaal beschikbaar
Op dit moment is het Nationaal Archief bezig om zoveel mogelijk archieven in te scannen zodat ze ook online bekeken kunnen worden. Het enige nadeel van de huidige methode is dat het succes van een zoektocht bepaald wordt door welke informatie er over een archief, foto of kaart in de beschrijving gegeven wordt. Voor de foto's en kaarten zal dit niet zomaar veranderen maar voor de geschreven archieven is de toekomstvisie om mbv tekstherkenning de tekst zelf ook beschikbaar te maken, én deze daarnaast naar modern Nederlands te vertalen. Dat levert een enorme hoeveelheid doorzoekbaar materiaal op, en het is mijn opdracht om ervoor te zorgen dat de manier waarop dat gebeurt in de toekomst ook gebruiksvriendelijk is. Omdat de hoeveelheid materiaal nog een tijd zal blijven toenemen moet de geboden oplossing ook schaalbaar zijn.
Beperkt Openbaar Materiaal
Een deel van het opgeslagen materiaal is niet voor iedereen in te zien, maar mensen kunnen wel toestemming vragen voor het inzien van zulke stukken. Dat inzien moet alleen nog steeds op locatie, in de studiezaal. Nu is dat soort materiaal steeds vaker digitaal, en daarom wordt een applicatie speciaal voor dat doel ontworpen en gebouwd. Deze moet echter wel begrijpelijk zijn voor een heel diverse doelgroep -van mensen die het Nederlands nog niet goed beheren tot ouderen, maar bijvoorbeeld ook onderzoekers of onderzoeksjournalisten. Een kleine applicatie, maar waarbij toegankelijkheid misschien wel het belangrijkste aspect is.